Het Keltische kruis symboliseert de brug naar hogere energieën en niveaus van het bestaan. Het vertegenwoordigt de relatie tussen het hemelse rijk (verticale as) en het aardse niveau (horizontale as). De cirkel rond het kruis symboliseert zowel het Grote Wiel van het Leven als de zonne-energie. Toen de Kelten overgingen tot het christendom pasten ze hun oude religie aan door het christelijke kruis te integreren.

St Petroc was een edelman uit Wales die werd opgeleid in een Iers klooster. Hij voer met een kleine groep van volgelingen naar de Camel riviermonding en bouwde een kerk in Padstow met een Keltisch klooster, als centrum voor de verspreiding van het christelijk geloof. Tijdens zijn reizen starte hij kerken in Bodmin, Little Petherick en in andere delen van Engeland, Wales en Bretagne. Koning Constantijn regeerde op dat moment en er werd gezegd, dat hij tot het christendom werd bekeerd door Sint Petroc toen deze het hert waar de koning op joeg, redde. Er zijn vele legendes over St Petroc's, geneeskracht, wonderen en uitbannen van monsters. Hij werd begraven in Padstow. In de 12e eeuw verkreeg St Petroc's Church in Bodmin zijn relikwieën en bewaarde ze in een ivoren beschilderde kist, die nog steeds te zien is.