Heel vroeger werd er gebruik gemaakt van walnoten om de handen te trainen. Het was keizer Jia Jing die in de zestiende eeuw de werking van meridiaankogels liet onderzoeken. Wat eruit ziet als een gedachtenloos spelletje, het laten ronddraaien van twee kogels in de handpalm, is in werkelijkheid een techniek met helende werking.

Qi staat voor levensenergie die door ons lichaam stroomt. Deze energie stroomt door meridianen die zijn verbonden met de belangrijkste organen in ons lichaam. In de handen bevinden zich raakpunten of energiecentra. Door de meridiaankogels rond te draaien in de handen worden deze raakpunten gestimuleerd en de energie die vrijkomt wordt via de meridianen naar de verschillende lichaamzones gestuurd. Op deze wijze kan genezing dan wel verlichting van stoornissen worden bereikt, maar het is geenszins een oplossing voor alle klachten.

De meridiaankogels zijn er in verschillende maten. Begin met kleinere kogels en probeer deze zowel links- als rechtsom in de handen rond te draaien. Als deze oefening je goed afgaat, probeer dan de kogels rond te draaien zonder dat ze elkaar raken. Als je hier bedreven in bent, is het verstandig om grotere kogels aan te schaffen. Hiermee leer je om de meridiaankogels tot op de vingertoppen rond te draaien. Na verloop van tijd zul je merken dat je handen en vingers soepeler worden.

Hou de meridiaankogels buiten bereik van vocht en vuil. Oefen niet op een stenen of harde vloer. Wrijf de meridiaankogels na gebruik even op met een zachte doek.